Uithuisgeplaatste kinderen in contact brengen met hun ouders.
Kinderen die naar een pleeggezin gaan, stellen zichzelf altijd de vraag: waarom? Hoe onveilig de situatie ook is waardoor deze beslissing is gevallen, het is je thuis. Het is voor jou normaal, het is altijd zo geweest. De meesten zullen herkennen dat veel kinderen gedachten krijgen als “Ik heb iets fout gedaan en daarom word ik weggestuurd” of “Mijn ouders willen me niet meer”. Soms is er zelfs politie aanwezig bij een uithuisplaatsing, dan kunnen sommige kinderen zelfs bedenken dat ze crimineel zijn. Het is dus enorm belangrijk om aan kinderen uit te leggen waarom ze uithuisgeplaatst worden. Denk hierbij ook aan Sonja Parker die hiervoor het Immidiate Story heeft ontwikkeld. Je geeft het kind hiermee een (korte) reden en legt het plan uit. Hoe gaat het nu verder vanaf dit punt?
Veilige of onveilige volwassene
Een veelvoorkomende gedachte over kinderen die naar een pleeggezin gaan, is dat ze moeten wennen en dat het daarom beter is als er even gewacht wordt met contact tussen hen en de biologische ouders. In het begin moet er ook veel geregeld worden en doet het kind steeds nieuwe ervaringen op. Dit is heel stressvol voor een kind. Wie heeft het dan nodig? Juist, de ouders. Ook al zijn zij in onze ogen geen veilige volwassene, in de ogen van het kind zijn ze dat wel. Om een uithuisplaatsing goed te kunnen verwerken heeft een kind zijn ouders nodig, niet de nieuwe pleegouders die een kind nog helemaal niet kent. De eerste energie zou dus eigenlijk uit moeten gaan naar het regelen van contact met de biologische ouders en de kennismaking met de pleegouders. Hierdoor kan een kind weer tot rust komen.
Impact op de ouders
Voor de ouders van wie het kind uithuisgeplaatst wordt is dit ook een ingrijpende gebeurtenis. Zij ervaren gevoelens van onmacht, boosheid en verdriet. Het voelt soms alsof je kind ontvoerd is, zo heftig. Waar slaapt mijn kind? Hoe ziet zijn kamertje eruit? Logische vragen van ouders die hun kind hebben zien vertrekken. Net als bij het kind, worden zij ‘even met rust gelaten’. Deze heftige emoties worden als reden gezien om even geen contact met ouders te hebben. Als mensen boos zijn hebben we snel de neiging om er van weg te gaan. Probeer juist in contact te blijven. Ouders willen zich gehoord voelen. Als je uit contact gaat worden ouders daar vaak alleen maar bozer van. Naast boosheid is er namelijk ook verdriet, het is als een klap in hun gezicht. Ze worden geconfronteerd worden met hun eigen falen. Ze krijgen het gevoel dat ze niet goed genoeg zijn.
Hoe help je ouders na een uithuisplaatsing? Voor hen geeft het ook rust en duidelijkheid als het contact en de bezoekmomenten direct geregeld en opgezet worden. Als ouders kunnen helpen met de kleren in de koffer doen, welk eten het kind lekker vindt, wat de lievelingsknuffels is of vertellen welk liedje ze altijd zingen voor het slapen gaan, helpt dat ouders ook. Een andere mooie manier kan het maken van een filmpje zijn. Het kind kan in het filmpje zijn nieuwe plekje laten zien aan de ouders. Dit geeft ouders het gevoel dat ze niet compleet machteloos zijn.
Krachten van ouders erkennen
Zelfs ouders die drugs gebruiken, die vaak onder invloed zijn of hun kind misbruikt hebben, zijn er op momenten wél geweest voor hun kind. Met aandacht, leuke dingen doen samen. Als je die momenten aanspreekt, dus de ouders herinnert aan die fijne momenten die ze samen hebben beleefd, spreek je de krachten van de ouders aan. Op die manier is de kans veel groter dat ze mee willen werken aan bijvoorbeeld het opstellen van een veiligheidsplan of dat ze gaan inzien dat ze moeten stoppen met verdovende middelen. De ouders blijven altijd de ouders. Erken ze in die positie. Als je dit gelijk goed lukt, voorkom je later veel problemen. Heel veel ouders hebben wrok of boosheid dit kan jaren later nog voor problemen zorgen.
Slapende honden? Wakker maken!
Hoe komt het dan toch dat dit onderwerp zo vaak door ons uit de weg gegaan wordt .? We beginnen er maar niet over, want dan wordt het kind weer verdrietig. Het kind wil er niet over praten, dus we respecteren dat. Als je het er niet over hebt, betekent dat echter niet dat het er niet is. Dan zit het kind er dus alleen mee. Met heel veel vragen en heel veel aannames. Uit het onderzoek van Augeo is ook gebleken dat 30% van de kinderen waarvan een melding is gedaan bij Veilig Thuis, zich niet gesteund voelt. Ook al heb je geen pasklare antwoorden op de vragen die het kind heeft, dan nog is het fijn voor een kind dat iemand om hem heen erkent dat deze situatie moeilijk is en dat je verdrietig bent en daarover kan praten. Deze gevoelens zijn er en mogen geuit worden, dat is ok.
Als een bezoek veilig genoeg is
Met het kind ga je het bezoek voorbereiden. Je bespreekt wat het kind denkt of voelt. Het kind kan bijvoorbeeld een tekening maken en meenemen of een boekje meenemen om samen uit te lezen. Het gaat om het structureren van het bezoek, daar zit ontzettend veel winst in. Als een kind bijvoorbeeld gaat voetballen, kunnen ze komen kijken op het sportveld. Dan hoeven ze niet te praten, er kan niet veel verkeerd gaan, het is gestructureerd. Of naar de film, je bent wel samen, maar je hoeft ook niet te praten met elkaar.
Zoek naar contacten waar praten dus niet altijd op de voorgrond staat. Toch gebeurt het dat ouders soms uitspraken doen die we liever niet willen. Als hulpverlener ‘ondertitel’ je als het ware het gesprek als er toch dingen gezegd worden die niet goed zijn. Je grijpt op een rustige manier in. Bedenk dat het voor het kind niet de eerste keer dat het wordt blootgesteld aan het gedrag van ouders. Het kind heeft al heel veel herinneringen en ervaringen hiermee opgedaan. Het kan op dat moment juist zo zijn dat het kind ziet en ervaart dat er iemand is die de ouders aanspreekt op hun gedrag. Daarmee laat je zien dat het anders kan. Letterlijk kan een kind denken: “Er is iemand die mijn moeder aan kan”, dat geeft veiligheid en een gevoel van verbondenheid. Ik sta er niet alleen voor er zijn mensen die mij helpen en beschermen. Iemand geeft grenzen aan.
Als een ouder onder invloed is en verschijnt op het bezoek? Dat is wel een grens.
Afhankelijk van de tijd van de hulpverlener. Kan het netwerk daarin iets betekenen. Als bijv. oma of opa erbij is, is dat veel fijner dan op een kantoor met een professional. Omgang is een recht van een kind. Soms stellen we andere prioriteiten aan de dingen die moeten.
Wanneer een bezoek niet veilig genoeg is
Er zijn situaties waarin een bezoek of een afspraak tussen kind en ouders niet veilig genoeg is. Dan zal het bezoek op een ander moment moeten plaatsvinden
- Als ouders onder invloed zijn van alcohol of drugs.
- Als er sprake is van (be)dreiging
- Als er te heftige situaties en reacties ontstaan
Voor de rest is wel contact altijd beter dan geen contact. De frequentie wordt bepaald door de situatie. In het begin zal de frequentie hoger zijn, een kind is immers nog gewend aan de ouders. Een kind moet ‘hersteltijd’ krijgen, de kans om te herstellen. Als er tijdens bezoeken heftige situaties ontstaan of er worden dingen gezegd die belastend zijn, maak je daar een plan op.
Soms ontstaan deze heftige reacties doordat het kind de ouders intens mist. Je kunt dan kijken of het contact geïntensiveerd kan worden. Dit hoeft niet alleen om fysiek contact te gaan. Er zijn tegenwoordig zoveel verschillende manieren om contact te hebben. Bellen, filmpje opnemen of videobellen, hierdoor wordt het missen minder. Dit is maatwerk voor elk kind en elke situatie. Het kan ook zijn dat een kind een geheim heeft en elke keer dat ze ouders zien worstelen ze opnieuw met dat geheim. Het bezoek triggert herinneringen. De heftige reactie kan ook pas komen als het bezoek al geweest is.
Traumabehandeling
Van een kind dat uithuisgeplaatst wordt, is wel te verwachten dat het traumabehandeling nodig heeft. Dus waarom niet meteen aanmelden en direct daarmee beginnen? Als de heftige reacties zich voordoen tijdens een bezoek, kun je besluiten om een bezoek af te breken. Je bespreekt altijd wat je hebt gezien en gehoord waardoor je tot die beslissing komt. De oplossing voor het kind ligt in traumaverwerking en traumabehandeling. Liefde en sensitieve pleegouders is niet altijd voldoende. Het komt het contact met de ouders ten goede als kinderen hun angsten en ervaringen kunnen opruimen. Signalen van de ouders zijn, soms ongemerkt, triggers voor traumatische gebeurtenissen. Kinderen leren dat een situatie toen zo was, maar nu niet meer. Je maakt eigenlijk een soort van totaalpakket.
Als er lange tijd geen contact is geweest
Ook als kinderen al een langere tijd hun ouders niet hebben gezien, start dan het contact weer op! Help ze juist als ze jong zijn, om het contact te herstellen. Leer ze om te gaan met hun ouders. Wat kunnen kinderen verwachten van ouders, wat niet. Doe dit liever met een jong kind dan wanneer ze al adolescent zijn en ze het ‘alleen’ gaan doen. Het blijven je ouders. Kinderen maken in hun hoofd of een monster van hun ouders of ze maken ze juist fantastisch. Als kinderen heel loyaal zijn aan hun ouders, ook na gebeurtenissen die traumatisch zijn geweest, kan dit juist een teken van dit omwerkte trauma zijn. Zoals al eerder genoemd, vaak geven kinderen zichzelf de schuld en pleiten ze hun ouders vrij.
Nog even op een rij:
- Start zo snel mogelijk na de uithuisplaatsing met het contact tussen het kind en de ouders
- Bereid een bezoek goed voor, met het kind en de ouders
- Structureer het bezoek, maak een plan
- Heb een visie voor de lange termijn, ook als fysiek contact even niet mogelijk is. Wat kan er wel?
Inhoud van dit artikel: Arianne Struik – bewerking Het LOCK
Arianne Struik is bekend van de methode en het boek: Slapende honden? Wakker maken! Daarnaast geeft zij samen met Margreet Timmer de training Contact tussen kinderen en ouders door een traumalens bekeken voor Het LOCK. Ook is zij directeur van het Institute for chronically traumatized children (ICTC). Het ICTC verzorgt trainingen, supervisie en consultatie over, en doet onderzoek naar, diagnostiek en systeemgerichte traumabehandeling van vroegkinderlijk, chronisch getraumatiseerde kinderen in Australië. Waar Arianne zelf woont en werkt.Als ontwikkelingspsycholoog/ systeemtherapeut en EMDR Supervisor heeft zij in Nederland meer dan twintig jaar in de kinder- en jeugdpsychiatrie gewerkt met getraumatiseerde kinderen en gezinnen van kinderen die thuis wonen, kinderen die verblijven in pleeggezinnen en in de residentiele jeugdzorg of klinische psychiatrie.