Summer Koster is adviseur en professional trainer rondom jeugd gerelateerde vraagstukken. De Jeugdwet, Professionele Standaarden, Huiselijk geweld en kindermishandeling, de Meldcode en intervisie staan met regelmaat in haar agenda. Hierdoor voert Summer veel gesprekken met andere professionals uit diverse beroepsgroepen. We hebben het steeds vaker over ethische dilemma’s of botsende belangen. De verbeterde meldcode is er al weer een aantal jaar (januari 2019). Summer geeft hier veel trainingen over en er zijn een aantal zaken die steeds terugkomen en die ze graag wil aanstippen.
Wat valt op tijdens trainingen over de Meldcode?
We zien vaak sociale teams binnen gemeentes, binnen wijkteams of binnen het onderwijs, worstelen met het feit: “Nu hebben we gemeld, en dan? Er gebeurt niks!” Een andere worsteling die vaak naar voren wordt gebracht is de vraag: “Moet ik hiervoor mijn beroepsgeheim opzij zetten? Is het wel ok dat ik om deze reden een melding ga doen?”
Het lijkt nog steeds een soort wij-zij verhaal te zijn, tussen bijvoorbeeld professionals en Veilig Thuis. Of zo wordt het althans ervaren door sommigen. De meeste professionals kennen de stappen van de Meldcode wel. Echter de gedeelde verantwoordelijkheid die erbij hoort en het samenwerken met diverse partners, lijken verder van hen af te staan. Er bestaat een soort handelingsverlegenheid of soms onwetendheid, wat gebeurt er dan precies na een melding?
Het negatieve positieve karakter van een melding
Aan de ene kant zijn er degenen die denken: “Ik doe een melding en daarmee draag ik alle verantwoordelijkheid over naar een ander, die pakt het wel op.” En aan de andere kant de professionals die juist denken: “Ik wil wel melden, maar dan weet ik niet precies wat er gebeurt. Ik zie zelf nog mogelijkheden om in gesprek te blijven.” De gedachte leeft dat het middel erger is dan de kwaal, in het geval van het melden van kindermishandeling of huiselijk geweld. Een melding doen heeft voor veel professionals een negatief karakter.
Dat is ook precies wat ik altijd hoop bij te dragen tijdens mijn trainingen over de Meldcode, melden is niet iets negatiefs. De melding an sich hoeft niets af te doen aan de relatie die jij met het gezin of met de cliënt hebt. Als je in het begin duidelijk bent over wie je bent, wat je doet en welke verantwoordelijkheden daarbij horen. Dat wanneer jij signalen oppikt van huiselijk geweld of kindermishandeling, dat je daar melding van moet maken, it come’s with the job. Het gaat erom dat je juist actief de samenwerking opzoekt.
Een voorbeeld, neem stap 2 uit de meldcode. Die stap gaat over een adviesvraag. Dit kan zijn binnen je eigen organisatie of bijvoorbeeld naar Veilig Thuis. Middels deze stap over het vragen van een advies, ontstaat er direct een mogelijkheid tot samenwerken.
Het doel van de Meldcode
Het doel van de Meldcode is niet ‘melden’. Het doel is dat we samen, met elkaar kindermishandeling en huiselijk geweld stoppen, een halt toe roepen. We willen er op tijd bij zijn, zodat we stappen daarin kunnen zetten. Alleen kunnen we dat niet, daar hebben we anderen voor nodig.
Hoe fijn is het dat je juist op de momenten dat je twijfelt of dat een casus niet fijn aanvoelt voor jou, je Veilig Thuis kunt bellen. Voor advies, voor vragen en om samen te sparren over mogelijkheden die je zelf misschien niet direct herkent. Dit kan doordat je gelijkwaardig bent aan elkaar en hetzelfde doel voor ogen hebt. Daarnaast is het ook belangrijk dat je open staat voor de expertise en ervaringen van anderen en daarvan wilt leren. Als wij, professionals, meer gaan delen met elkaar kunnen we nog zoveel van elkaar leren.
Ethische dilemma’s
Heel veel vraagstukken rondom huiselijk geweld en kindermishandeling, bijvoorbeeld ook verwaarlozing, liggen op een soort ethisch snijvlak. Dat mag je gewoon erkennen en ook op die manier bespreekbaar maken. Soms voelt het nou eenmaal als kiezen uit twee kwaden, laten we eerlijk zijn, wat is dan de beste oplossing? Uit onderzoek (Eileen Munro) is gebleken dat erkennen dat ook jij het soms ook even niet weet, of er soms naast zit met je hypothese, heel belangrijk is. Dat wil namelijk niet zeggen dat je niet goed bent in je werk. Wél geeft het aan dat je werk soms lastig en complex is. Je moet zo voorzichtig zijn in je oordelen over veel verschillende situaties. Juist hier kunnen verschillende perspectieven uitkomst bieden. Hierdoor voorkom je ook dat je je eigen hypothese niet meer los kunt laten, terwijl je nog in een onderzoeksfase zit. Zou er nog iets anders mee kunnen spelen in de situatie?
Zwarte hoed – gele hoed
In trainingen geven professionals vaak aan dat ze het zo waarderen dat het team waarin ze werken zo harmonieus is en dat ze goed op één lijn zitten met elkaar. Eigenlijk denk ik dat het voor je eigen ontwikkeling, maar ook voor de mensen die je begeleidt, juist helpend is als je het van de andere kant kunt bekijken. Soms moet je hiervoor bewust tools in zetten om mensen de andere kant op te laten kijken. Dit kan bijvoorbeeld door een teamlid in de rol te zetten van een gezinslid. Of geef iemand ‘de zwarte hoed’, diegene gaat alleen maar bedenken wat er fout kan gaan, wat er waardeloos is. Degene met ‘de gele hoed’ bekijkt het alleen maar van de zonnige kant, die ziet alleen maar kansen en mogelijkheden. Op deze manier dwing je elkaar om kritisch te zijn, om alle kanten te bekijken en anders te gaan denken. Zelfs de meest idiote dingen moeten op tafel komen en bespreekbaar worden gemaakt. Je scherpt elkaar en juist in goede harmonie is hier ook de veiligheid voor aanwezig.
Maar het blijft toch bij mij…
Laatst was er iemand in de training die casuïstiek inbracht waar heel veel signalen waren van structureel huiselijk geweld en verwaarlozing. Zij wilde zelf geen melding gaan doen. We hebben toen gekeken naar welke signalen er waren en ook wat haar overwegingen waren. Deze professional had al eerder meldingen gedaan in andere situaties. “Mijn ervaring is dat het toch bij mij blijft liggen,” was haar argument. “Dan heb ik het gevoel dat ik het nog alleen moet oplossen en dat ik een soort van gedreigd heb met een melding.” Helaas wordt de Meldcode en de meldplicht soms gezien als een soort dreiging, een stok achter de deur, een laatste redmiddel. In sommige gevallen is een stok achter de deur misschien ook helpend. In andere gevallen kun je het ook veel breder trekken: “Ik wil graag dat een ander, met zijn of haar ervaring en expertise, met me mee kijkt naar deze situatie.” Dan kan het inderdaad zijn dat het daarna weer bij jou terug komt, maar wel met een stuk bevestiging op zak. Dat je op de goede weg bent, dat je deze lijn kunt volgen of dat je het goed hebt ingeschat. Zo kun je de Meldcode ook aanvliegen.
De bedoeling van een melding
De melding is ook niet bedoeld als sanctie voor de betrokkene of de cliënt. Door een melding te doen wil je voorkomen dat mensen dingen doen, waar ze zelf later ook heel spijt van krijgen. Dat is ook goede zorg bieden aan je client, voorkomen dat iemand weer te boos wordt en grenzen overschrijdt. Of dat iemand te depressief wordt dat hij zijn bed niet meer uit komt en niet meer voor een kind zorgt. Of een mantelzorger die zo erg op zijn tenen loopt en daardoor heel erg boos wordt op degene die hij verzorgt. Niemand wil deze schrijnende situaties. Het bedekken, het niet bespreekbaar maken zorgt ervoor dat het probleem en de situatie blijven bestaan en door blijft modderen. In het ergste geval doet de professional dan mee in de situatie, hij helpt om de situatie in stand te houden.
Botsende belangen
Natuurlijk zijn deze situaties complex en spelen er verschillende belangen. Vanuit het gezinssysteem alleen al spelen er verschillende belangen een rol. Daarnaast nog de belangen vanuit de organisatie of vanuit het team. Dit kan voor behoorlijk wat druk-gevoel zorgen. Naast je werkdruk (tijd en hoeveelheid) en de professionalisering die bij je werk horen. Komt dit er ook bij. Eerder de samenwerking opzoeken, maakt op den duur dat je ook een actievere ketensamenwerking krijgt. We zijn in wezen allemaal dezelfde professional met de wens dat het met de ander goed gaat. Gelukkig krijgt dit onderwerp, de ketensamenwerking, steeds meer de aandacht die het verdient. Het is echter op veel plekken nog zo dat de onderlinge verbindingen in de keten nog niet heel stevig zijn.
Droom, verlangen en conclusie
Mijn droom en mijn verlangen is dat we het allemaal als een vanzelfsprekendheid gaan zien dat we elkaar opzoeken, informeren en helpen bij casuïstiek die daar om vraagt. De basis hiervoor, die ligt er al. Als jij zelf behoefte voelt aan een terugkoppeling, dan kun je zelf daarin actie ondernemen. Als je behoefte hebt aan een kritische blik, iemand die je vragen stelt over je motieven, dan kun je iemand bellen of opzoeken.
Mijn conclusie is dat de stappen van de Meldcode en het afwegingskader er echt wel goed in zitten, die kennen we. Nu is het tijd voor een verdiepingsslag hierin. Elkaar actief opzoeken in de samenwerking, kwetsbaar durven zijn en reflecteren op je acties. Wat heeft het opgeleverd? We hebben toen dit gekozen, hoe heeft dat uitgepakt? Wat kunnen we daar weer uit leren voor een nieuwe casus. Op het moment dat je voor een keuze staat, weet je niet altijd de uitkomst, het is geen wiskunde. Dus achteraf leren van eerdere acties en keuzes die je gemaakt hebt maakt je werk weer een beetje meer waardevol.
Door Summer Koster en Margreet Timmer